Translation of "żony" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "żony" in a sentence and their dutch translations:

Bał się żony.

Hij had schrik voor zijn vrouw.

Obaj moi bracia mają żony.

Allebei mijn broers zijn getrouwd.

Jest zależny finansowo od swej żony.

Hij is financieel afhankelijk van zijn vrouw.

Zrobiłem wielki błąd przy wyborze żony.

Ik heb een grove fout gemaakt bij de keuze van mijn vrouw.

Nie ma ani żony, ani dzieci, ani przyjaciół.

Hij heeft geen vrouw, geen kinderen en geen vrienden.

Kupiłem książkę dla siebie, nie dla mojej żony.

Ik heb dit boek voor mijzelf gekocht, niet voor mijn vrouw.

On nie ma ani żony, ani dzieci, ani przyjaciół.

Hij heeft geen vrouw, geen kinderen en geen vrienden.

Nawet mu powieka nie drgnęła na wieść o śmierci żony.

Hij trok zelfs geen wenkbrauw op bij het nieuws van de dood van zijn vrouw.