Examples of using "Sobotę" in a sentence and their dutch translations:
Maandag begint op zaterdag.
De bruiloft vindt zaterdag plaats.
De volgende zaterdag houden we een barbecue.
- Zaterdag is mijn vader vrij.
- Mijn vader heeft vrij op zaterdag.
Kerstmis viel dat jaar op zaterdag.
Maai bijvoorbeeld niet je gazon om 7 uur op zaterdagochtend.