Examples of using "Widziała" in a sentence and their dutch translations:
- Gisteren zag ze een grote man.
- Gisteren heeft hij een grote man gezien.
Alice zag de hond niet.
Waar heeft u deze vrouw gezien?
Ze antwoordde dat ze de man nooit eerder gezien had.
Waar heeft u deze vrouw gezien?
- Heb je ooit een kangoeroe gezien?
- Heeft u ooit een kangoeroe gezien?
- Hebben jullie ooit een kangoeroe gezien?