Examples of using "Consigo" in a sentence and their dutch translations:
Het lukt me niet.
- Ik kan niet!
- Ik kan het niet!
Ik kan niet ademen.
Ik begrijp het niet.
Er komen roofdieren.
- Ik mag niet in slaap vallen.
- Ik kan niet in slaap vallen.
Ik kan niet ademen.
- Ik kan het niet begrijpen.
- Ik kan het niet verstaan.
Ik kan niet goed zien.
Ik kan niet zien.
- Ik kan het niet ongedaan maken.
- Ik kan de klok niet terugdraaien.
- Ik kan je amper verstaan.
- Ik kan u nauwelijks horen.
Ik kan je niet verstaan.
Ik kan het niet horen.
- Hij sprak in zichzelf.
- Hij praatte tegen zichzelf.
Ik kan niet eten.
- Ik kan me niet bewegen.
- Ik kan niet bewegen.
Ik kan amper wandelen.
Ik kan je niet bijhouden.
Ik kan niets zien.
Ik kan de bedoeling niet begrijpen.
Ik kan geen ander plan bedenken.
Ik kan niet stoppen met gapen.
Dat kan ik niet geloven!
Ik kan mijn been niet bewegen.
Wat is jouw probleem?
...is alles wat ik krijg... ...mooi poeder.
Ik kan mijn been nu nauwelijks bewegen.
De reden is omdat ik Chinees kan spreken.
Hij heeft weinig geld bij zich.
Ik kan je niet bijhouden.
Ik kan niet stoppen met niezen.
Ik kan niet door mijn neus ademen.
Ik kan het niet geloven!
Ik kan mijn horloge niet vinden.
- Ik kan het bloeden niet stelpen.
- Ik kan het bloeden niet stoppen.
Ik kan geen enkel patroon ontdekken.
- Ik kan het ook niet verklaren.
- Ik kan het ook niet uitleggen.
- Het lukt me niet om deze aflevering te downloaden.
- Het lukt me niet om die episode op te halen.
Ik kan Maria niet vergeten.
Ik kan mijn been niet bewegen.
Ik kan het restaurant niet vinden.
Ik kan nu veel beter slapen.
Ik kan mijn tas niet vinden.
Dat kan ik niet.
Ik kan je niet vergeten.
Ik kan mijn krachten niet gebruiken!
Ik weet dat ik dat kan.
Zonder tv kan ik niet leven.
Ik kan zijn gevoelens niet begrijpen.
Ik kan 50 woorden per minuut typen.
Ik kan mijn bril niet vinden.
Ik kan niet geloven wat ik gezien heb.
Ik kan niet zien.
Ik kan niet slapen.
Waar we langs gaan, is aan jou.
Jij bent de baas, het is jouw beslissing.
Ik kan niet meer tegen deze pijn.
Ik kan niet verder lopen.
- Ik kan mijn handschoenen niet vinden.
- Ik vind mijn handschoenen niet.
Ik kan niet spreken.
Ik kan zijn gevoelens niet begrijpen.
Ik kan niet zonder stok lopen.
Ik kan niet beschrijven hoe ik me voelde.
Ik kan niet zien zonder mijn bril.
Ik kan niet anders denken.
Ik kan mijzelf zien in de spiegel.
Ik kan je gedachten niet lezen.
Ik krijg wat ik wil.
Ik kan 50 woorden per minuut typen.
Ik weet niet of ik het kan doen.
Ik kan gaan.
Ik kan die vriendelijke mensen niet vergeten.
Ik heb geen Internetverbinding.
Ik kan zonder moeilijkheden Spaans lezen.
Ik kan niet geloven wat ik gezien heb.
Ik kan lopen.
Ik kan niet fluiten.
Het lukt me niet om zijn logica te volgen.
Ik kan Tom niet vinden. Is hij al weg?
Ik kan niet in slaap vallen met een volle blaas.