Examples of using "Curso" in a sentence and their dutch translations:
Ik volg een danscursus.
Ze liet haar tranen de vrije loop.
Onze school begint om acht uur dertig.
Wat is de wisselkoers vandaag?
Ik zou graag een cursus Arabisch volgen.
Waar vind je een goede cursus voor het Guaraní?
Ze heeft zich ingeschreven voor een cursus Spaans.
De cursus Duits begint op vijf oktober.