Translation of "Dúzia" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Dúzia" in a sentence and their dutch translations:

Temos meia dúzia de ovos.

We hebben een half dozijn eieren.

Comprei uma dúzia de lápis hoje.

- Ik heb vandaag een dozijn potloden gekocht.
- Ik heb vandaag een twaalftal potloden gekocht.

Os ovos são vendidos por dúzia.

Eieren worden per twaalf verkocht.

Esses ovos são vendidos à dúzia?

Zijn deze eieren per dozijn?

Quanto custa a dúzia de ovos?

Hoeveel kost het dozijn eieren?

Nós temos meia dúzia de ovos.

We hebben zes eieren.

Mary precisa de uma dúzia de ovos.

Marie heeft een dozijn eieren nodig.

- Temos meia dezena de ovos.
- Temos meia dúzia de ovos.

We hebben een half dozijn eieren.

- Nós temos seis ovos.
- Nós temos meia dúzia de ovos.

We hebben zes eieren.