Examples of using "Ensinou" in a sentence and their dutch translations:
- Wie heeft u dat geleerd?
- Wie heeft je dat geleerd?
Niemand heeft het me geleerd.
- Wie heeft je Frans geleerd?
- Wie heeft u Frans geleerd?
- Wie heeft jullie Frans geleerd?
- Wie heeft je Duits geleerd?
- Wie heeft u Duits geleerd?
- Wie heeft jullie Duits geleerd?
Tom leerde me Frans.
Tom leerde me skiën.
Wie heeft je geleerd om te skaten?
Tom heeft me leren lezen.
Tom leerde zijn kinderen Frans.
Een buitenlander heeft me Engels geleerd.
Juffrouw Green leerde mij Engels.
- Niemand heeft mij ooit zoiets geleerd.
- Niemand heeft me ooit zoiets geleerd.
Ze heeft dertig jaar lang muziekles gegeven.
Marika heeft me wat Fins geleerd.
Sami leerde Layla over de islam.
Ze leerde me hoe ik een webstek moest maken.
Wat ze me leerde, was te voelen...
Mijn vader heeft mij leren fietsen.
Ik ben het die Tom Frans bijbracht.
Ik vraag me af van wie Tom dat geleerd heeft.
De geschiedenis heeft ons geleerd dat het veel moeilijker was.
En als 'Nanette' me iets geleerd heeft,
Ik ben het die Tom Frans bijbracht.