Examples of using "Fraco" in a sentence and their dutch translations:
- U bent zwak.
- Jullie zijn zwak.
Ik ben zwak.
- Je bent machteloos.
- U bent machteloos.
- Jullie zijn machteloos.
Tom voelde zich zwak.
Tom is zwak.
De zaken gaan traag.
Tom is niet zwak.
Wiskunde is haar zwakke punt.
Ik heb mijn koffie graag slap.
Tom is nog erg zwak.
Ze bewoog slecht. Langzaam, heel zwak.
De keten is niet sterker dan de zwakste schakel.
Slechts één man heeft het overleefd: Vöggr, de zwakste man aan het hof van Hrolf.
Ze is zo zwak dat ze die levendige kleuren niet kan maken.
- Iene miene mutte, tien pond grutte, tien pond kaas, wie is de baas?
- Onder de piano lag een ei, in dat ei daar zat een brief, waarop te lezen stond wie is uw lief?
- Onder de piano ligt een flesje bier; al wie er van drinkt, stinkt!
- Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn erin gekropen.