Translation of "Leu" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Leu" in a sentence and their dutch translations:

Você leu tudo?

- Hebt u alles gelezen?
- Heb je alles gelezen?

- Tom não leu esse livro.
- Tom não leu aquele livro.

Tom heeft dat boek niet gelezen.

Você leu isso tudo?

Heb je alles gelezen?

Tom leu um livro.

Tom las een boek.

Ele leu muitos livros.

Hij las veel boeken.

Ela não leu o livro.

Ze heeft het boek niet gelezen.

Mary leu a tradução alemã.

Maria las de Duitse vertaling.

Ele leu o livro ontem.

Hij las het boek gisteren.

Apenas ele leu esta carta.

- Alleen hij heeft die brief gelezen.
- Hij heeft als enige deze brief gelezen.

Você leu o artigo inteiro?

Heb je het hele artikel gelezen?

Você já leu este livro?

Hebt ge het boek al gelezen?

- Ele leu o livro num só dia.
- Ela leu o livro num só dia.

- Hij heeft het boek in een dag uitgelezen.
- Zij heeft het boek in een dag uitgelezen.

- Você leu tudo?
- Vocês leram tudo?

Hebt u alles gelezen?

Você já leu algum poema chinês?

Heb je ooit al eens Chinese gedichten gelezen?

Você leu o jornal de hoje?

Heb je de krant van vandaag gelezen?

Tom leu o contrato de licença.

Tom las de licentieovereenkomst.

Ele leu o livro num só dia.

Hij heeft het boek in een dag uitgelezen.

Você já leu um livro em francês?

Heeft u al eens een boek in het Frans gelezen?

Ela leu o livro num só dia.

Zij heeft het boek in een dag uitgelezen.

Ele leu um romance muito interessante ontem.

Hij las gisteren een interessante roman.

Ele leu a carta em voz alta.

Hij las de brief hardop.

De vinte alunos, somente um leu o livro.

Van de twintig studenten heeft er maar één het boek gelezen.

O Tom leu trinta livros no ano passado.

Tom las dertig boeken het laatste jaar.

A Jane leu "O País das Neves" antes.

Jane heeft "Sneeuwland" al eens gelezen.

Sami leu o Alcorão em apenas uma semana.

Sami las de Koran in slechts een week.

Tom leu um artigo sobre o sistema solar.

Tom heeft een artikel over het zonnestelsel gelezen.

Ela leu um livro de receitas ontem à noite.

Zij heeft gisteravond een kookboek gelezen.

Tom leu sobre o acidente de Mary no jornal.

Tom las over Mary's ongeluk in de krant.

Você esqueceu de me falar sobre aquele livro que leu.

- Je bent me vergeten te vertellen over dat boek dat je gelezen hebt.
- Jullie zijn me vergeten te vertellen over dat boek dat jullie gelezen hebben.

O Tom tem muitos livros sobre religião, mas nunca os leu.

Tom heeft een heleboel religieuze boeken, maar hij heeft ze nog nooit gelezen.

- Você leu o livro de Tom?
- Vocês leram o livro de Tom?

Hebben jullie Toms boek gelezen?

Ela leu a carta, e então veio a saber que ele estava morto.

Zij las de brief, en zo kwam ze te weten dat hij dood was.

- Você já leu o jornal de hoje?
- Já leste o jornal de hoje?

Heb je de krant van vandaag al gelezen?

- Você já leu o jornal de hoje?
- Já leste o periódico de hoje?
- Já leste o jornal de hoje?

- Hebben jullie de krant van vandaag al gelezen?
- Heeft u de krant van vandaag al gelezen?
- Heb je de krant van vandaag al gelezen?

Eu vi um artigo no blog do Tatoeba sobre uma nova versão sendo lançada em breve. Você leu esse artigo?

Ik zag een artikel op de Tatoebablog over een nieuwe versie die binnenkort uitkomt, hebben jullie het gelezen?

- Você leu.
- Você lia.
- Você lera.
- Vocês leram.
- Vocês liam.
- Tu leste.
- Tu lias.
- Tu leras.
- Vós lestes.
- Vós líeis.
- Vós lêreis.

- Jullie lazen.
- Jij las.