Examples of using "Leu" in a sentence and their dutch translations:
- Hebt u alles gelezen?
- Heb je alles gelezen?
Tom heeft dat boek niet gelezen.
Heb je alles gelezen?
Tom las een boek.
Hij las veel boeken.
Ze heeft het boek niet gelezen.
Maria las de Duitse vertaling.
Hij las het boek gisteren.
- Alleen hij heeft die brief gelezen.
- Hij heeft als enige deze brief gelezen.
Heb je het hele artikel gelezen?
Hebt ge het boek al gelezen?
- Hij heeft het boek in een dag uitgelezen.
- Zij heeft het boek in een dag uitgelezen.
Hebt u alles gelezen?
Heb je ooit al eens Chinese gedichten gelezen?
Heb je de krant van vandaag gelezen?
Tom las de licentieovereenkomst.
Hij heeft het boek in een dag uitgelezen.
Heeft u al eens een boek in het Frans gelezen?
Zij heeft het boek in een dag uitgelezen.
Hij las gisteren een interessante roman.
Hij las de brief hardop.
Van de twintig studenten heeft er maar één het boek gelezen.
Tom las dertig boeken het laatste jaar.
Jane heeft "Sneeuwland" al eens gelezen.
Sami las de Koran in slechts een week.
Tom heeft een artikel over het zonnestelsel gelezen.
Zij heeft gisteravond een kookboek gelezen.
Tom las over Mary's ongeluk in de krant.
- Je bent me vergeten te vertellen over dat boek dat je gelezen hebt.
- Jullie zijn me vergeten te vertellen over dat boek dat jullie gelezen hebben.
Tom heeft een heleboel religieuze boeken, maar hij heeft ze nog nooit gelezen.
Hebben jullie Toms boek gelezen?
Zij las de brief, en zo kwam ze te weten dat hij dood was.
Heb je de krant van vandaag al gelezen?
- Hebben jullie de krant van vandaag al gelezen?
- Heeft u de krant van vandaag al gelezen?
- Heb je de krant van vandaag al gelezen?
Ik zag een artikel op de Tatoebablog over een nieuwe versie die binnenkort uitkomt, hebben jullie het gelezen?
- Jullie lazen.
- Jij las.