Examples of using "Planeja" in a sentence and their dutch translations:
Tom is niet van plan van te gaan.
Tom is van plan er alleen te gaan.
Ben je van plan die auto te kopen?
- Hoe ben je van plan dat te gaan doen?
- Hoe bent u van plan dat te gaan doen?
- Hoe zijn jullie van plan dat te gaan doen?
Hoeveel dagen ben je van plan om te blijven?
- Hoeveel foto's is Tom van plan te trekken?
- Hoeveel foto's wil Tom trekken?
Ben je van plan om na afloop bij ons een drankje te komen halen?
- Tom is van plan om in Australië te gaan wonen.
- Tom is van plan om in Australië te wonen.