Examples of using "Policial" in a sentence and their dutch translations:
Vraag een politieman!
Ik ben politieagent.
Vraag het aan de politieagent.
Ben je een politieagent?
- Hij is politieagent geworden.
- Hij werd politieagent.
Ik ben een flik.
Haar vader is politieman.
Er is een politieagent aan de deur.
- Haar vader is politieman.
- Zijn vader is politieagent.
Daniël bedankte de politieman.
De man is politieagent.
De politieagent was dronken.
Ze werd politieagent.
- Hij is politieagent geworden.
- Hij werd politieagent.
Vraag de weg aan de politieagent.
Tom werd politieagent.
De politieagent bestuurt de auto.
De dief vermomde zich als politieagent.
"Lever je wapen in", zei de agent.
De politieagent bezocht alle huizen.
Ben je een politieagent?
- De politieagent heeft in de lucht geschoten.
- De politieagent schoot in de lucht.
De agent redde het kind van de verdrinkingsdood.
De politieagent draagt een gasmasker.
De politieagent gaf me een teken om te stoppen.
Ik verslind de ene detectiveroman na de andere.
De politieagent haalde de twee vechtende mannen uit elkaar.
Vraag aan de politieagent waar het Sint-Jakobsplein is.