Examples of using "Praticar" in a sentence and their dutch translations:
Laten we oefenen.
Laat me oefenen.
- Ik wil met je oefenen.
- Ik wil met jou oefenen.
Je zou wat meer moeten oefenen.
Doet ge graag aan sport?
Ik wil nog een beetje oefenen.
Het is erg belangrijk om dagelijks te sporten.
Tom heeft wat meer oefening nodig.