Examples of using "Soldado" in a sentence and their dutch translations:
Was je al eens soldaat?
Hij was een dapper soldaat.
De soldaat gaf me water.
Die man is een soldaat.
De soldaat was gewond aan het been.
De handgranaat explodeerte in de handen van de soldaat.
De handgranaat explodeerde vijf meter van de soldaat.
Mijn grootvader was soldaat tijdens de oorlog.