Examples of using "Гавайях" in a sentence and their dutch translations:
Er is geen bier op Hawaï.
- Zijt ge al eens op Hawaï geweest?
- Hebt ge Hawaï al eens bezocht?
- Zijt ge al eens op Hawaï geweest?
- Hebt ge Hawaï al eens bezocht?
- Zijt ge al eens op Hawaï geweest?
- Hebt ge Hawaï al eens bezocht?
Ik ga bij mijn tante op Hawaï logeren.
Op Hawaï kan men het hele jaar door in de zee baden.
Op Hawaï kan men het hele jaar door in de zee baden.