Examples of using "Джек" in a sentence and their dutch translations:
Jack is een vroege vogel.
Ik heet Jack.
Jack verzamelt postzegels.
Jack gelijkt op zijn vader.
Dat is niet de fout van Jack.
Jack rijdt niet snel.
- Jack is op 10 augustus geboren.
- Jack werd de tiende augustus geboren.
- Jack werd op tien augustus geboren.
Jack, doe niet zo wild.
- Jack gelijkt op zijn vader.
- Jack lijkt op zijn vader.
Jack is drie jaar ouder dan ik.
Mijn naam is Jack.
Alles wat Jacques doet is slapen.
Jack en Bill waren erg goede vrienden.
Maria zwemt even snel als Jakobo.