Examples of using "Розы" in a sentence and their dutch translations:
Roze rozen zijn mooi.
Ze kweekte rozen.
De rozen zijn rood.
Zijn rozen blauw?
Ik ruik de rozen.
Tom gaf de rozen water.
Rozen zijn bloemen.
De blauwe rozen zijn erg mooi.
Ik vind rode rozen leuk.
Ik wil de rozen zien.
John kijkt naar de rozen.
Als je van rozen houdt, word dan aan de doornen gewoon.
- Ik houd van bloemen, zoals bijvoorbeeld rozen.
- Ik hou van bloemen, bijvoorbeeld rozen.
Ik heb liever witte rozen dan rode.
De man is prachtige rozen voor zijn vrouw aan het kopen.
Ik vraag me af wie me die rozen gestuurd heeft.