Examples of using "котов" in a sentence and their dutch translations:
Tom houdt van katten.
Er waren geen katten.
Ik hou van katten.
Ik haat katten.
Hij heeft twee katten.
Ik haat katten.
Ik hou van katten.
Hoeveel katten zijn er in dit huis?
- Houdt ge van zwarte katten?
- Hou je van zwarte katten?
Hoeveel katten zijn er in dit huis?
- Houdt ge van zwarte katten?
- Hou je van zwarte katten?
Ik heb dertien katten.