Examples of using "набрал" in a sentence and their dutch translations:
Hij is aangekomen.
- Ik ben dikker geworden.
- Ik ben aangekomen.
- Ik ben zwaarder geworden.
Ik ben drie kilo aangekomen.
Je hebt het verkeerde nummer gebeld.
- Hij is dikker geworden.
- Hij is aangekomen.
Je lijkt wat te zijn aangekomen.
Ik ben aangekomen.