Examples of using "¡escribe" in a sentence and their dutch translations:
Schrijf!
- Hij schrijft scripts.
- Hij schrijft scenario's.
Hij schrijft boeken.
Schrijf iets.
Schrijf Spaans.
Hij schrijft Arabisch.
Waar schrijft u?
Schrijf een rapport.
- Hoe spel je dat?
- Hoe schrijft men dat?
- Hoe wordt dat gespeld?
- Hoe wordt het gespeld?
Ze schrijft prachtig.
Hij schrijft Arabisch.
- Schrijf je naam.
- Schrijf uw naam.
Ze schrijft Chinees.
Tom schrijft langzaam.
Schrijf Tom.
De broer schrijft.
Zij schrijft novelles.
Hij schrijft boeken.
Hij schrijft een brief.
Jullie schrijven.
schrijven woorden, zeggen woorden,
Hoe schrijf je "pretty"?
Hij schrijft Arabisch.
Ze schrijft met de linkerhand.
- Hij schrijft mij eens per week.
- Hij schrijft mij eenmaal per week.
Hij schrijft scripts voor tv-programma's.
Hij schrijft liefdespoëzie.
Wie geschreven heeft, heeft twee keer gelezen.
Schrijft hij brieven in het Engels?
Deze pen schrijft niet goed.
Schrijf uw naam met potlood.
Kom en schrijf uw naam.
Mijn oom schrijft nooit brieven.
Schrijf het alfabet in hoofdletters.
Hij schrijft een lange brief.
Hoe spel je je achternaam?
Hoe spel je je achternaam?
Ze schrijft met de linkerhand.
- Hij schrijft mij eens per week.
- Hij schrijft mij eenmaal per week.
Onze leerkracht komt naar het bord.
Alstublieft met een potlood schrijven.
Schrijf met een pen, niet met een potlood.
Schrijf alstublieft met een pen.
Tim schrijft als een linkshandige.
Dit woord is met hoofdletters geschreven.
- Hij schrijft mij eens per week.
- Hij schrijft mij eenmaal per week.
Hoe schrijf je Cleopatra in hiërogliefen?
Schrijf Spaans.
In het Esperanto schrijven we Çorum "Ĉorum".
Het potlood dat goed schrijft, is van mij.
Jiddisch wordt met het Hebreeuwse alfabet geschreven.
Hij geeft niet alleen les Engels, hij schrijft ook romans.
Hij schrijft mij iedere week een brief.
Schrijf uw naam met potlood, alstublieft.
Wanneer schrijf je?
Zij schrijft mooi en leesbaar.
Schrijf hier je adres.
Wanneer je een fout ziet, post dan simpelweg een commentaar!
Mijn grootmoeder sms't sneller dan jij.
Tom schrijft me nog nu en dan.
Hoe schrijf je "pretty"?
- Hij schrijft mij eens per week.
- Hij schrijft mij eenmaal per week.
Bob schrijft niet vaak naar zijn ouders.
Tom houdt een dagboek bij.
De meeste mensen schrijven over hun dagelijks leven.
De snelheid waarmee hij schrijft is zeer hoog.
Vader schrijft iedere dag in zijn dagboek.
Tom schrijft een brief.
Hij schrijft zijn ouders eens per maand.
Zij schrijft nu en dan naar haar zoon.
De meeste mensen schrijven over hun dagelijks leven.
Dat is de computer waarop hij zijn artikels schrijft.