Examples of using "¿da" in a sentence and their dutch translations:
Dat is beangstigend.
Het kan me niet schelen.
- Wat maakt het uit.
- Wat doet het ertoe.
- Draai je om.
- Omdraaien.
Ik geef er geen bal om!
Mij om het even.
Die deur leidt naar de tuin.
Het maakt me niet uit.
Heb je er problemen mee? -Ja, veel.
Sla de pagina om.
Stap terug.
Ervaring geeft zekerheid.
Hij maakt een slechte indruk.
De parasol geeft schaduw.
De tijd ontbreekt me.
Dan word ik een beetje claustrofobisch.
Koffie geeft je energie!
Maak elke dag een wandeling.
Mijn kamer kijkt uit op het oosten.
De koe geeft ons melk.
Hoe laat is het op jouw horloge?
Stap naar voren.
Sla linksaf!
Mijn horloge geeft de datum aan.
Geweldig. Niemand geeft me iets.
Drie tot de derde macht is zevenentwintig.
Het geeft de bezettoon.
- Mij is het gelijk.
- Mij om het even.
- Dat maakt mij niets uit.
- Dat kan mij niets schelen.
De klok slaat 4.
Sudoku; ben ik gewoon niet goed in.
Dat zal me een worst zijn.
Het maakt mij niet uit wie er wint.
Ben je niet bang, Tom?
Doe nu een stap naar achteren.
Ik ben goed in skiën.
Zij kan hem goed imiteren.
Ze geeft je ook iets om te volgen.
Mag ik de rekening alstublieft?
Geld maakt niet gelukkig.
- Het maakt me niet uit.
- Ik vind het niet erg.
Stop. Dat kietelt.
- Zijt ge niet beschaamd, zo te spreken?
- Zijt ge niet beschaamd zo te spreken?
Een kat in benauwdheid maakt rare sprongen.
Ik ben niet goed in Latijn.
- Mag ik een papieren tas?
- Zou ik een papieren zak mogen hebben?
Draai je om.
Geef de vrede een kans.
Doe je best en het zal je lukken.
Hij geeft vlees aan de hond.
Als je slaperig wordt, dan moet je het zeggen hoor.
Dit elastiek heeft veel te bieden.
Ik heb er geen zin in.
Geeft u me een kopje koffie, alstublieft?
Ik ben blij je weer te zien.
Ons huis kijkt uit op het strand.
Mij om het even.
Ik ben hier niet goed in.
Ze is niet alleen goed in hardlopen; ze is ook goed in zingen.
Mijn kamer kijkt uit op het oosten.
omdat het enkele belangrijke kwesties naar voren brengt
Ze geeft je ook iets om te volgen.
maar nu gebeurt er iets dramatisch anders.
ze zorgt voor 5,7 miljoen banen
geeft hem zijn zwaard om trouw te zweren.
Tom geeft les in sportpsychologie.
- Durf je hem naar dat ongeval te vragen?
- Durf je hem vragen te stellen over dat ongeval?
Hij geeft haar alles waar zij om vraagt.
Het kind is bang in het donker.
Ik heb geen tijd.
Het kan me geen barst schelen, of je nu komt of niet.
Mijn tijd raakt op.
Na het eten, ben ik altijd slaperig.
Julia geeft een kus aan haar dochter.
Mij is het allemaal gelijk, wat er met mij zal gebeuren.
Ik hou van lezen.
Hoeveel fooi geef je in Spanje?
Het is mij gelijk wat hij doet.