Translation of "¿venden" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "¿venden" in a sentence and their dutch translations:

¿Venden mandarinas?

Verkopen ze mandarijnen?

Se venden.

Te koop.

Venden muebles.

Ze verkopen meubels.

Venden zapatos.

Ze verkopen schoenen.

Y, se venden caros...

Ze worden voor veel verkocht.

- ¿Venden frutas?
- ¿Vendes frutas?

Verkoop je fruit?

¿Venden ustedes zapatos deportivos?

Verkoopt u sportschoenen?

- Se venden.
- Se vende.

Te koop.

¿Ustedes venden agua mineral?

Verkoopt u mineraalwater?

¿Venden cuadernos en esa tienda?

Verkopen ze schriften in die winkel?

Los paraguas se venden bien.

Paraplu's verkopen goed.

Los lápices se venden por docena.

- De potloden worden per dozijn verkocht.
- De potloden worden per twaalf verkocht.

Los huevos se venden por docenas.

Eieren worden per twaalf verkocht.

En la tienda venden azúcar y sal.

Zij verkopen suiker en zout in de winkel.

- ¿Ustedes venden agua mineral?
- ¿Vende agua mineral?

Verkoopt u mineraalwater?

En esta tienda no se venden sellos.

In deze winkel worden geen postzegels verkocht.

Venden libros de texto en la librería.

Leerboeken worden verkocht in de boekenwinkel.

Me pregunto por qué los huevos se venden por docena.

Ik vraag mij af waarom eieren per dozijn verkocht worden.

Cada año la organización organiza algunos encuentros de voluntarios que venden libros Frisios por las casas.

De organisatie organiseert ieder jaar een stuk of wat ontmoetingen van vrijwilligers die de deuren langsgaan om Friese boeken te verkopen.