1. Home
  2. Translation in context
  3. Spanish-Dutch
  4. Abriendo

Translation of "Abriendo" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Abriendo" in a sentence and their dutch translations:

Ella está abriendo la ventana.

Zij doet het raam open.

Él está abriendo la ventana.

- Hij doet het raam open.
- Hij doet het venster open.
- Hij zet het raam open.

Eso es, está abriendo la boca.

Zijn bek opent een beetje.

Celebraron el éxito abriendo una botella de vino.

Ze vierden het succes door een fles wijn te openen.

- Ella abre la ventana.
- Ella está abriendo la ventana.

Ze opent het venster.

"Comencemos la clase de hoy abriendo el libro en la página 156", dijo el profesor.

"Laten we de les vandaag beginnen met het boek op bladzijde 156", zei de leraar.