Examples of using "Creerlo" in a sentence and their dutch translations:
- Ik kan het moeilijk geloven.
- Ik kan het nauwelijks geloven.
- Kun je het geloven?
- Kun je dat geloven?
Ik kan het moeilijk geloven.
Dat kan ik niet geloven!
Je moet het zien om het te geloven.
Ik was dom genoeg om het te geloven.
Ik kan het niet geloven!
- Zelfs ik kan het niet geloven.
- Zelfs ik kan dat niet geloven.
Ik kan het niet geloven!