Examples of using "Duelen" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb pijn aan mijn ogen.
Ik heb pijn aan mijn ogen.
Mijn gewrichten doen pijn.
- Mijn longen doen pijn.
- Mijn longen doen zeer.
Mijn ogen doen pijn!
Mijn voeten doen pijn.
Mijn benen doen zeer.
Mijn benen doen nog steeds pijn.
Ik heb altijd pijn aan mijn benen.
- Heb je vaak oorpijn?
- Heeft u vaak oorpijn?
Mijn gewrichten doen pijn wanneer het koud wordt.
Mijn ogen doen pijn.
Ik heb tandpijn en wil naar de tandarts gaan.
Mijn ogen doen pijn, maar gelukkig niet mijn hoofd.