Examples of using "Estaré" in a sentence and their dutch translations:
Ik zal er klaar voor zijn.
Ik sta aan jullie zijde...
Ik zal er zijn.
- Het zal me een genoegen zijn.
- Ik zal het leuk vinden.
- Ik wacht wel.
- Ik zal wachten.
Het komt wel goed met me.
- Morgen ben ik er niet.
- Morgen zal ik afwezig zijn.
Ik zal wachten.
Ik ben er binnen een minuut.
Ik zal bij me thuis zijn.
Ik zal er zijn.
Ik ben morgen niet vrij.
Vanmiddag ben ik vrij.
- Ik zal 's morgens thuis zijn.
- Morgen ben ik thuis.
Ik zal hier meerdere dagen blijven.
Ik zal in mijn kantoor zijn.
Ik beloof dat ik hier morgen zal zijn.
Ik kom eraan.
Ik zal hier voor maandag zijn.
Ik ben over tien minuten vrij.
Ik blijf hier tot tien uur.
Ik zal daar om vijf uur ‘s middags zijn.
Waar ik ook ben, ik ben er voor jullie.
Ik ben over een uur terug.
Ik zal twee weken op het platteland verblijven.
Ik ben bij je, wat er ook gebeurt.
Ik zal jouw uitnodiging graag aannemen.
- Om zeven uur zal ik weer daar zijn.
- Om zeven uur zal ik weer hier zijn.
Het zal me een genoegen zijn.
Ik zal er om half acht zijn.
Ik zal een boek lezen.
Ik slaap al als jij terugkomt.
- Met plezier zal ik je helpen.
- Ik zal je met plezier helpen.
- Ik help je graag.
- Ik zal terug zijn om 2:30.
- Ik ben terug om half drie.
- Ik ben om half drie terug.
- Vanavond heb ik tijd.
- Ik ben deze nacht vrij.
- Ik ben vanavond vrij.
Ik zal niet stil zijn.
Ik zal hem met plezier helpen.
Ik zal blij zijn als ze klaar zijn met het bouwen van die brug.
Over een week ben ik in Engeland.
- Ik kom graag.
- Ik kom met plezier.
Als ik in dit witte water kom... ...zit ik in de problemen.
Ik ben over een uur terug.
Ik zal morgenochtend op je wachten op het station.
Om zes uur ben ik terug.
Ik zal hier meerdere dagen blijven.
Je weet waar ik zal zijn.
maar het betaalde zich uit voor de rest van mijn leven.
- Ik blijf hier tot tien uur.
- Ik zal hier tot tien uur zijn.
- Ik moet inkopen gaan doen, ik ben over een uur terug.
- Ik moet boodschappen doen. Ik ben over een uur terug.
Als ik 100 mocht worden, leef ik nog in 2103.
Ik ben zo terug.
Ik zal er morgen zijn.
Ik ben over een uur terug.
Ik zal 's morgens thuis zijn.
Het probleem is dat als ik erover ga... ...ik niet meer naar boven kan.