1. Home
  2. Translation in context
  3. Spanish-Dutch
  4. Gastar

Translation of "Gastar" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Gastar" in a sentence and their dutch translations:

No puedo gastar ni un yen.

Ik kan het me niet veroorloven om ook maar één yen te verspillen.

¿Cómo voy a gastar mi tiempo?

Hoe ga ik mijn tijd besteden?

Sin duda, deberíamos gastar más en la búsqueda.

Zonder twijfel moeten we meer uitgeven voor het zoeken.

No deberías gastar más dinero del que ganás.

Je moet niet meer geld uitgeven dan je verdient.

Es más fácil gastar mucho que ahorrar poco.

Het is makkelijker veel uit te geven dan een beetje te sparen.

Él gana más dinero de lo que puede gastar.

- Hij verdient meer geld dan hij kan opdoen.
- Hij verdient meer geld dan hij kan uitgeven.

No debemos gastar dinero en cosas que no necesitamos.

We moeten geen geld uitgeven voor dingen die we niet nodig hebben.

Él tiene más dinero de lo que se puede gastar.

Hij heeft meer geld dan er besteed kan worden.

Como Vöggr con su juramento de lealtad ... o puedes gastar bromas pesadas como el Jomsviking

zoals Vöggr met zijn belofte van trouw ... of je kunt praktische grappen maken zoals de Jomsviking