Translation of "Nacieron" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Nacieron" in a sentence and their dutch translations:

Ellos nacieron en Tailandia.

Zij waren geboren in Thailand.

El país donde nacieron mis padres,

het land waar mijn ouders zijn geboren,

Los hermanos nacieron con doce años de diferencia.

De broers waren twaalf jaar na elkaar geboren.

Y las crías nacieron magras, fieras luchadoras gracias a las verduras.

Dat waren gespierde vechtmachines, door die groenten.

Mientras probábamos el postre nos nacieron deseos de visitar ese país.

Terwijl we het dessert proefden, groeide ons verlangen om dat land te bezoeken.

En el último mes nacieron en el pueblo 20 personas más de las que murieron.

Er waren vorige maand in de stad twintig geboortes meer dan overlijdens.