Examples of using "Ocurrir" in a sentence and their dutch translations:
Hoe kon dat gebeuren?
Zag iemand het gebeuren?
Een ongeval deed zich juist voor.
Slechte dingen kunnen snel gebeuren,
Een aardbeving kan elk moment gebeuren.
Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.
Een ongeluk kan altijd gebeuren.
Hoe kon dat gebeuren?
Hoe kon dat gebeuren?
en dat er niet veel kan gebeuren als het normale materie tegenkomt.
Zoiets kan in Japan niet gebeuren.
Hoe kon dat gebeuren?
Het is niet goed te weten dat iets onaangenaams ons zal overkomen, zoals bijvoorbeeld een bezoek aan de tandarts, of aan Frankrijk.