Examples of using "Pianista" in a sentence and their dutch translations:
Hij werd pianist.
- Miho is pianist.
- Miho is een pianist.
Ze is pianiste.
- Tom is een pianist.
- Tom is pianist.
Ze heeft een dochter die pianiste is.
Hij is beroemd als pianist.
Haar moeder is een uitstekende pianiste.
Als pianist is hij veel beter dan ik.
Ik heb een vriend, wiens vader een beroemd pianist is.
Zij is pianiste, en haar zuster is zangeres.
Ik heb een vriend, wiens vader een beroemd pianist is.
Schuilt er zich hier in tatoeba ergens een goede pianist?
Ik wil de beroemde pianist spreken voor het concert.