Examples of using "Regalos" in a sentence and their dutch translations:
Dat zijn cadeaus.
- Dat zijn cadeaus.
- Dat zijn geschenken.
Ik heb enkele geschenken.
- Dat zijn cadeaus.
- Dat zijn geschenken.
Deze geschenken zijn voor jou.
- Hoeveel kerstcadeaus heb je dit jaar gegeven?
- Hoeveel kerstcadeaus hebt u dit jaar gegeven?
- Hoeveel kerstcadeaus hebben jullie dit jaar gegeven?
Ik heb de geschenken op zolder gelegd.
Hoeveel kado's krijgt het jonge paar?
Hij geeft altijd geschenken aan zijn vrouw.
Kijk eens aan. Wat een geweldige cadeautjes! Wat ben ik blij!
- Heb je al kerstcadeautjes gekocht?
- Heeft u al kerstcadeautjes gekocht?
- Van wie verwacht u kerstcadeaus?
- Van wie verwacht je kerstcadeaus?
- Van wie verwachten jullie kerstcadeaus?
- Van wie verwacht je kerstcadeaus te krijgen?
- Van wie verwacht u kerstcadeaus te krijgen?
- Van wie verwachten jullie kerstcadeaus te krijgen?
Hij geeft altijd geschenken aan zijn vrouw.
We hebben de kerstcadeautjes onder de boom gelegd.
Tom kreeg meer kerstcadeaus dan Maria.
- Hij geeft zijn vrouw zelden cadeautjes.
- Hij geeft zijn vrouw zelden cadeaus.
Je krijgt veel cadeautjes voor je verjaardag.
- Hoeveel mensen heb je dit jaar kerstcadeaus gekocht?
- Hoeveel mensen hebt u dit jaar kerstcadeaus gekocht?
- Hoeveel mensen hebben jullie dit jaar kerstcadeaus gekocht?
Er lagen maar drie cadeautjes onder de kerstboom.
In plaats van elkaar dit jaar kerstcadeaus te geven, hebben we het bedrag dat we aan cadeaus zouden hebben besteed aan een goed doel gedoneerd.
Kinderen vonden kerstcadeaus verborgen onder het bed.
Mijn zus kreeg meer cadeautjes bij kerst dan ik.
Mijn zus kreeg meer cadeautjes bij kerst dan ik.