Examples of using "Soñando" in a sentence and their dutch translations:
Droom ik?
Je bent aan het dromen.
- Ik droomde.
- Ik was aan het dromen.
- Tom is aan het dromen.
- Tom droomt.
- Droomt Tom?
- Is Tom aan het dromen?
Tom was aan het dagdromen.
De veranderingen die we willen, worden niet alleen door dromen bereikt,
Ik kneep mezelf om er zeker van te zijn dat ik niet droomde.
Eens droomde Zhuangzi dat hij een vlinder was, maar toen hij wakker werd, was hij niet zeker of hij Zhuangzi was die gedroomd had een vlinder te zijn, of dat hij een vlinder was die nu droomde Zhuangzi te zijn.