1. Home
  2. Translation in context
  3. Spanish-Dutch
  4. Tapa

Translation of "Tapa" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Tapa" in a sentence and their dutch translations:

Le pondré la tapa.

Deksel erop.

- Ayúdame a quitar esta tapa, por favor.
- Ayúdeme a sacar esta tapa, por favor.

Help me alsjeblieft met dit deksel eraf te krijgen.

Ayúdame a quitar esta tapa, por favor.

Help me alsjeblieft met dit deksel eraf te krijgen.

Odio cuando el pelo tapa el drenaje.

Ik haat het als haar de afvoer verstopt.

No se puede juzgar un libro por la tapa.

- Ga nooit af op het uiterlijk.
- Je kunt een boek niet op de kaft beoordelen.

Y, tontamente, lo balanceé con la tapa de un contenedor de helado.

...en balanceerde het stom genoeg op de deksel van een ijsbakje...

Caballeros, ¡suban la tapa! A las damas también les gusta sentarse en seco.

Heren, doe de bril omhoog! Dames zitten ook graag droog.

A Mary no le gusta cuando Tom deja la tapa del retrete abierta.

Maria vindt het niet leuk dat Tom het deksel van het toilet omhoog laat.

El que quiere alcanzar el fondo de la lata se tropieza con la nariz en la tapa.

- Wie te veel wil, krijgt niets.
- Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het deksel op de neus.