1. Home
  2. Translation in context
  3. Spanish-Dutch
  4. Trato

Translation of "Trato" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Trato" in a sentence and their dutch translations:

Un trato es un trato.

- Beloofd is beloofd.
- Afspraak is afspraak.

- Lo pactado obliga.
- Un trato es un trato.

- Afspraken moeten gerespecteerd worden.
- Afspraak is afspraak.

- Trato de mantenerme informado.
- Trato de mantenerme informada.

Ik probeer op de hoogte te blijven.

¡Es un trato!

Akkoord!

Tenemos un trato.

- Het is een deal.
- Afgesproken.

Trato de no preocuparme.

Ik probeer me geen zorgen te maken.

Es un buen trato.

Het is echt een koopje.

Trato de no pensar al respecto.

Daar probeer ik niet aan te denken.

Siempre trato de tener algo a lo que aspirar.

Ik probeer altijd iets te hebben om naar uit te kijken.

- Intento viajar con una sola maleta.
- Trato de viajar con una sola maleta.

Ik probeer te reizen met maar één koffer.

Que recordaron el trato justo de los prisioneros suecos tres años antes, en Pomerania.

die zich zijn eerlijke behandeling van Zweedse gevangenen drie jaar eerder in Pommeren herinnerden.