Examples of using "Vuelvo" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben zo terug.
Ik bel terug.
In twee tellen ben ik terug.
Ik bel je weer op.
Ik ben over een half uur weer daar.
Ik ben binnen twee uur terug.
- Ik ben zo terug.
- In twee tellen ben ik terug.
Ik ga iedere dag vroeg naar huis.
Ik ben zo terug.
Ik moet boodschappen gaan doen, ik ben er over een uur weer.
Ik ben over een uur terug.
Ik ben zo terug.
- Ik ben zo terug.
- In twee tellen ben ik terug.
Vandaag ga ik weer naar een wedstrijd, alleen dan eerder dan gisteren.
Als ik nog één zin over tennis hoor, word ik gek.
Ik ben over een uur terug.
Ik ga iedere dag vroeg naar huis.
Ik ben zo terug.
Als ik nog één zin over tennis hoor, word ik gek.