Examples of using "Almam" in a sentence and their dutch translations:
Ik gebruik geen drugs.
- Ik moet onder de douche.
- Ik moet douchen.
Ik moet tanken.
Ik moet onder de douche.
Wat moet ik halen?
Ik moet nieuwe ski's kopen.
Ik moet dit lenen.
Ik moet enkele postzegels gaan kopen.
Ik moet kerstcadeaus kopen.
Ik koop niet vaak brood.
Ik moet wat kerstcadeautjes kopen.
Ik kan niet kiezen welke jurk ik zal kopen.
Dit jaar moet ik een auto kopen.
Ik moet nog eten kopen voor het feestje.
- Tom heeft me gestuurd om je te komen halen.
- Tom wil dat ik je kom halen.
Ik moet mijn medicijnen nemen.
Mijn tand doet pijn. Ik moet een afspraak maken bij mijn tandarts.
Ik heb een visa nodig om dat land binnen te komen.
- Ik heb uw toestemming nodig om u te testen op COVID-19.
- Ik heb je toestemming nodig om je te testen op COVID-19.
en moest ik extra maatregelen nemen om mijn gezin te beschermen.
Had ik iets voor je moeten kopen op weg naar huis?
Ik moet een andere advocaat nemen.
Omdat ik mijn oude jas heb afgedragen moet ik een nieuwe kopen.
- Ik kan me niet veroorloven een tweedehands auto te kopen.
- Ik kan me niet permitteren een tweedehandsauto te kopen.