Examples of using "Ceketin" in a sentence and their dutch translations:
- Jouw jas is heel mooi.
- Je mantel is heel mooi.
- Heeft u een blauwe jas?
- Heb je een blauwe jas?
- Hebben jullie een blauwe jas?
"Waar is je jas, vader?" "Ik heb hem verkocht." "Waarom heb je je jas verkocht?" "Hij was te warm."