Examples of using "Değildin" in a sentence and their dutch translations:
Jij was er niet.
Ik denk dat je daar niet was.
Zo slecht was je nu ook niet.
Je was nooit goed in wiskunde.
Je was gisteren niet thuis, wel?
- Je had niet zo vlug moeten klaarkomen.
- Je hoefde niet zo vroeg klaar te komen.
- U hoefde niet zo vroeg klaar te komen.
- Jullie hoefden niet zo vroeg klaar te komen.
- Dat moest je me niet vertellen.
- Je hebt me dat niet moeten vertellen.
Want het ene moment was je er en het volgende niet meer
Jij was het niet die de cake hebt gegeten die ik heb gemaakt, het was je zus.
Je hoefde me niet zo laat op de avond op te bellen.
Je had zo'n oneerlijk voorstel niet hoeven te accepteren.