Examples of using "Dua" in a sentence and their dutch translations:
Ik bad.
Bid.
Bid.
Ik kan nu niet bidden.
Tom bidt.
Iedereen bad.
Laat ons bidden.
Ze bad.
Tom bad.
- Wij baden samen.
- We hebben samen gebeden.
M'n moeder is aan het bidden.
Bid en werk.
Ik bid.
Bid en werk.
Het enige wat we kunnen doen is bidden.
Vader Tom is aan het bidden.
Ze ging op haar knieën om te bidden.
Ik heb ervoor gebeden dat mijn vader me zou vergeven.
Ik bid ervoor dat je veel geluk zult hebben.
Sami en Layla baden samen.
Sami en Layla bidden samen.
Klem je daar aan vast. Bidden dat het touw het houdt.
Moslims bidden tot God.
Sami bidt tot Allah.
Sami heeft nog niet gebeden.
Sami weet niet hoe hij moet bidden.
en goddelijk ingrijpen in hun leven.
Hij werd nog steeds zo hoog gewaardeerd in Aragon dat er een mis werd gehouden om voor zijn ziel te bidden