1. Home
  2. Translation in context
  3. Turkish-Dutch
  4. Istasyon

Translation of "Istasyon" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Istasyon" in a sentence and their dutch translations:

- İstasyon yakın.
- İstasyon yakındır.

- Het treinstation is dichtbij.
- Het station is dichtbij.

İstasyon yakındır.

- Het treinstation is dichtbij.
- Het station is dichtbij.

İstasyon nerede?

Waar is het station?

İstasyon yakın.

- Het treinstation is dichtbij.
- Het station is dichtbij.

O, istasyon mu?

Is dat het station?

İstasyon terk edildi.

Het station was verlaten.

En yakın istasyon nerede?

Waar is het dichtstbije station?

İstasyon bir saatlik yürüyüş mesafesinde.

Het is een uur lopen naar het station.

İstasyon 3 kilometreden daha fazladır.

Het is meer dan 3 kilometer naar het station.

- Bu güzergah boyunca 20 tane istasyon vardır.
- Bu rota boyunca 20 tane istasyon vardır.

Er zijn twintig stations langs deze route.