Examples of using "Kalem" in a sentence and their dutch translations:
Het potlood is zwart.
Dit potlood is wit.
De balpen ligt op het bureau.
Ik kocht drie potloden.
Dit potlood is niet grijs.
Dit potlood is niet grijs.
De pen die ik gister verloor was nieuw.
- De pen is machtiger dan het zwaard.
- De pen heeft meer macht dan het zwaard.
Is dit jouw potlood?
Dit potlood is rood.
De balpen ligt op het bureau.
Is dat jouw potlood?
Dat is een potlood.
Hoeveel kost deze pen?
Er is een potlood voor iedereen
Er ligt een pen op het bureau.
Tom gaf me een pen.
Mag ik een pen lenen?
Deze pen schrijft niet goed.
De pen waarmee ik schrijf is van Tom.
Hij gaf me een potlood.
Hoe lang is dit potlood?
Er zijn vijf potloden hier.
Ik kocht 24 potloden.
Dat is geen potlood.
En dan heb je het potlodenbedrijf Dixon.
Het potlood is echt iets
Kan ik een potlood lenen?
- Ik heb vandaag een dozijn potloden gekocht.
- Ik heb vandaag een twaalftal potloden gekocht.
Leen me een potlood.
Gebruik geen potlood om een brief te schrijven.
Sorry, mag ik een pen lenen?
- Tom leende een potlood van Mary.
- Tom heeft een potlood van Mary geleend.
Hoeveel pennen liggen er op de schrijftafel?
Er liggen twee of drie pennen op het bureau.
Ik heb gisteren net zo'n pen gekocht als jij hebt.
Ik heb een pen als cadeau voor je verjaardag gekocht.
Ik heb een balpen nodig en papier.
Mag ik een potlood van je lenen?
Hoeveel kost deze pen?
- Hij gaf ieder een pen.
- Hij gaf iedereen een potlood.
Dit is een potlood.
Ik schrijf brieven altijd met pen en inkt.
Het jonge kind gebruikt krijt om een tekening te maken.
Ik heb een nieuw notitieboekje en een paar potloden gekocht.
Er ligt een boek, een potlood en een vel papier op tafel.
Ze gaf me een potlood.
Ze pakte een potlood en begon op een stuk papier te tekenen.