Examples of using "Kiliseye" in a sentence and their dutch translations:
We gaan naar de kerk.
Ik ga naar de kerk.
We gingen naar de kerk.
Ik ga naar de kerk.
Hij gaat niet naar de kerk.
Zij gingen naar de kerk.
Tom gaat naar de kerk.
- 's Zondags ga ik naar de kerk.
- Zondags ga ik naar de kerk.
- 's Zondags ga ik naar de kerk.
- Zondags ga ik naar de kerk.
Zondags ga ik naar de kerk.
Ik ga iedere dag naar de kerk.
- Ik ben deze morgen naar de kerk gegaan.
- Vanmorgen ging ik naar de kerk.
- Ze gingen naar de kerk op kerstavond.
- Ze zijn op kerstavond naar de kerk gegaan.
Ze gaat elke zondag naar de kerk.
Vanavond gaan we naar de kerk.
Vanavond gaan we naar de kerk.
Ik ga elke zondag naar de kerk.
Zij wil niet naar de kerk gaan.
Hij gaat zelden naar de kerk.
Ga rechtdoor tot je bij de kerk bent.
- Op zondagmorgen gaan ze naar de kerk.
- Zij gaan naar de kerk op zondagochtend.
Ik ga naar de kerk met de auto.
Vanavond gaan we naar de kerk.
Mijn vader gaat 's zondags naar de kerk.
Tom gaat op zondagmorgen naar de kerk.
- Ga je naar de kerk op kerstdag?
- Gaat u naar de kerk op kerstdag?
- Gaan jullie naar de kerk op kerstdag?
Sami gaat niet naar de kerk omdat hij moslim is.
Enkele mensen gaan de zondagmorgen naar de kerk.
Toen we in Amerika waren gingen we elke zondag naar de kerk.
Veel mensen gaan op kerstavond naar de kerk.
Zijn ouders gaan elke zondag naar de kerk.
Zij waren gewoon 's zondags naar de kerk te gaan.
Ik ga zelden naar de kerk.