Translation of "Kimden" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Kimden" in a sentence and their dutch translations:

Kimden bahsediyorsun?

Over wie heb je het?

Kimden şüpheleniyorsunuz?

Wie verdenk je?

Kimden korkuyorsun?

Voor wie ben je bang?

Bunu kimden öğrendin?

Van wie heb je dit geleerd?

Onu kimden aldın?

Van wie heb je dit gekregen?

Bunu kimden aldın?

Van wie heb je dit gekregen?

Tom kimden söz ediyordu?

Over wie was Tom aan het praten?

Kimden tavsiye isteyeceğimi bilmiyorum.

Ik weet niet aan wie ik advies moet vragen.

Kimden Noel hediyeleri almayı bekliyorsunuz?

- Van wie verwacht u kerstcadeaus?
- Van wie verwacht je kerstcadeaus?
- Van wie verwachten jullie kerstcadeaus?

Kimden Noel hediyesi almayı bekliyorsun?

- Van wie verwacht je kerstcadeaus te krijgen?
- Van wie verwacht u kerstcadeaus te krijgen?
- Van wie verwachten jullie kerstcadeaus te krijgen?

- Bu mektup kimden?
- Bu kimin mektubu?

Wiens brief is dit?

- Bence kimin hakkında konuştuğumu biliyorsun.
- Bence kimden bahsettiğimi biliyorsun.

- Ik denk dat ge weet over wie ik het heb.
- Ik denk dat je weet over wie ik het heb.