Examples of using "Yen" in a sentence and their dutch translations:
De yen stijgt en de dollar daalt.
Is duizend yen genoeg?
Duizend yen zal volstaan.
- Is duizend yen genoeg?
- Is duizend yen voldoende?
Ik ben je 3000 yen schuldig.
Hij heeft vijfhonderdduizend yen in aandelen geïnvesteerd.
Hij verdient 300.000 yen per maand.
Ik heb 1000 yen geleend van mijn kozijn.
Hij schatte het verlies op vijf miljoen yen.
Is tienduizend yen genoeg?
Dit is een miljoen yen waard.
Hij kan een miljoen yen beleggen.
Kunt ge mij tienduizend yen lenen?
Ik heb tweeduizend yen voor dat boek betaald.
Ik zou willen weten wat de exacte wisselkoers is voor de yen.
Ik zet elke maand tienduizend yen op de bank.
Hij heeft 1000 yen betaald voor dit boek.
Wat? Dit T-shirt kost drieduizend yen? Dat is afzetterij!
Oeps, mijn fout. Het is 3000 yen, niet 3000 euro's.
Een boete van een miljoen yen? Dat is voor mij peanuts!