Translation of "Ongelooflijk" in German

0.024 sec.

Examples of using "Ongelooflijk" in a sentence and their german translations:

- Ongelooflijk, hè?
- Ongelooflijk, nietwaar?
- Ongelooflijk, toch?

Unglaublich, oder?

Ongelooflijk.

Ich kann es nicht glauben.

- Ongelofelijk!
- Ongelooflijk!

Unglaublich!

Ongelooflijk, toch?

Unglaublich, oder?

- Het is ongelofelijk.
- Het is ongelooflijk.
- Ongelofelijk!
- Ongelooflijk!

- Es ist unglaublich.
- Unglaublich!
- Es ist unglaublich!
- Nicht zu glauben!
- Das gibt es doch gar nicht!

Dit is ongelooflijk.

Ah, das glaube ich jetzt nicht.

'Dit is ongelooflijk.'

Ich dachte: "Das ist einfach verrückt."

...een ongelooflijk vertrouwen...

ein unglaubliches Selbstvertrauen,

Het is ongelooflijk!

Es ist unglaublich!

Ongelooflijk, maar waar.

Kaum zu glauben, aber wahr.

Dat is ongelooflijk frustrerend.

Das ist unglaublich frustrierend.

Dat is zo ongelooflijk.

Das ist so unglaublich.

- Niet te geloven!
- Ongelofelijk!
- Ongelooflijk!

- Unglaublich!
- Nicht zu glauben!
- Das gibt es doch gar nicht!

- Het is ongelofelijk.
- Het is ongelooflijk.

Es ist unglaublich.

Maria heeft een ongelooflijk goed geheugen.

- Maria hat ein unglaublich gutes Gedächtnis.
- Maria hat ein unglaublich gutes Erinnerungsvermögen.

En toen schoot het ongelooflijk snel weg.

dann flitzte sie unglaublich schnell davon.

Ben ik ongelooflijk dankbaar voor het leven,

ich bin sehr dankbar für das Leben,

- Het is ongelofelijk.
- Het is ongelooflijk.
- Ongelofelijk!

- Es ist unglaublich.
- Es ist unglaublich!

Ongelooflijk dat je moeder zes talen spreekt.

Toll, dass deine Mutter sechs Sprachen spricht.

Rond deze tijd is het verkeer ongelooflijk druk.

Um diese Zeit ist ein unglaublicher Verkehr.

Maar ik ben ook ongelooflijk trots op dit dier...

Aber unter allem ist dieser unglaubliche Stolz für dieses Tier,

- Het is ongelofelijk.
- Het is ongelooflijk.
- Dit is niet te geloven.

Es ist unglaublich!

Hoe ze zo snel kan denken en die beslissingen kan nemen... Het is ongelooflijk.

Wie er so schnell denken und diese Entscheidungen über Leben und Tod treffen kann, ist einfach unglaublich.

- Ze heeft een gave om te schrijven.
- Ze kan ongelooflijk goed schrijven.
- Ze heeft een schrijfknobbel.
- Zij heeft een gave om te schrijven.
- Zij kan ongelooflijk goed schrijven.
- Zij heeft een schrijfknobbel.

Sie hat Schreibtalent.

- Hij heeft een schrijfknobbel.
- Hij kan ongelooflijk goed schrijven.
- Hij heeft een gave om te schrijven.

- Er ist ein talentierter Schriftsteller.
- Er ist ein Schriftsteller mit Talent.
- Er hat Talent zum Schreiben.
- Er hat Schreibtalent.