1. Home
  2. Translation in context
  3. Dutch-Spanish
  4. Teruggekomen

Translation of "Teruggekomen" in Spanish

0.007 sec.

Examples of using "Teruggekomen" in a sentence and their spanish translations:

Je bent teruggekomen?

- ¿Has vuelto?
- ¿Habéis vuelto?

Ik ben teruggekomen.

- He vuelto.
- Volví.

Hij is net teruggekomen.

Él acaba de regresar.

Wanneer is hij teruggekomen?

¿Cuándo volvió?

- Wanneer bent u teruggekomen van Londen?
- Wanneer ben je uit Londen teruggekomen?

- ¿Cuándo regresaste de Londres?
- ¿Cuándo regresó de Londres?

Hij is teruggekomen uit China.

- Él había vuelto de China.
- Él volvió de China.

Tom is nog niet teruggekomen.

Tom no ha vuelto aun.

- Wanneer zijt ge teruggekomen van uw reis?
- Wanneer bent u teruggekomen van uw reis?

¿Cuándo volviste de tu viaje?

Hij is onlangs teruggekomen uit Frankrijk.

Él hace poco regresó de Francia.

Wanneer bent u teruggekomen van Londen?

¿Cuándo regresó de Londres?

Tom is nog steeds niet teruggekomen.

Tom todavía no ha vuelto.

Wanneer ben je uit Londen teruggekomen?

¿Cuándo regresaste de Londres?

Ze is voor acht uur teruggekomen.

Ella volvió antes de las ocho.

In juni is hij teruggekomen uit Nederland.

Él volvió de Holanda en junio.

Wanneer bent u teruggekomen van uw reis?

¿Cuándo volviste de viaje?

- Wanneer kwam Tom terug?
- Wanneer is Tom teruggekomen?

- ¿Y Tom cuándo ha vuelto?
- ¿Hace cuánto que Tom está de vuelta?

- Wanneer ben je teruggekomen?
- Wanneer kwam je terug?

¿Cuándo volviste?

- Wanneer ben je uit Duitsland teruggekomen?
- Wanneer ben je uit Duitsland weergekeerd?

- ¿Cuándo volviste de Alemania?
- ¿Cuándo volvieron de Alemania?

Voor het eerst in tien jaar ben ik teruggekomen naar mijn thuisstad.

Volví a mi ciudad natal por primera vez en diez años.