Examples of using "Cut'" in a sentence and their dutch translations:
Cut!
Hou op met die onzin!
Hou ermee op!
- Hou op met die onzin!
- Schei uit met die onzin!
Ik heb mezelf gesneden.
- Snij het.
- Snij hem.
- Snij het in tweeën.
- Snij het doormidden.
- Snij het door de helft.
- Stop!
- Hou op!
- Dat is genoeg.
- Dat volstaat.
- Hou daarmee op!
- Hou ermee op!
- Halt!
- Ophouden!
waarbij hij afgesneden werd.
Stop met spelletjes spelen!
Ik heb mezelf gesneden.
Hou daarmee op!
Ik heb mezelf gesneden.
- Tom heeft gespijbeld.
- Tom is met school gestopt.
- Tom stopte met school.
- Tom spijbelde.
Snij de aardappels.
Knip jouw nagels.
- Zet de motor af.
- Zet de motor uit.
- Stop de motor.
Mary heeft zichzelf gesneden.
Ik heb me gesneden bij het scheren.
Snij het in tweeën.
Neem een binnenweg!
Laat je haar knippen!
Knip de rode draad door.
Wie sneed de meloen?
Deze schaar knipt goed.
Mag ik u onderbreken?
Snij niet in uw vinger.
Ik heb mij verwond bij het scheren.
Tom knipte Maria's haar.
Schakel de stroom uit.
Tom sneed de lasagne.
Tom sneed de tomaten.
Snij alsjeblieft de wortels.
Tom sneed de taart.
Ik snij, jij kiest.
Tom heeft het lint doorgeknipt.
- Stop!
- Hou op!
- Hou daarmee op!
- Hou ermee op!
- Hou daar toch mee op.
- Ophouden!
- Stop daarmee!
Hij deelde de appel in twee.
Ze sneed de appel in twee.
Heb je het papier gesneden?
Snijd de taart in punten.
Laten we een kortere weg nemen!
Het zeewater doet pijn aan mijn snijwonde.
Ze hakten de boom om.
Ik heb mijn haar laten knippen.
- Hou daarmee op!
- Hou ermee op!
Knippen, wassen en drogen alstublieft.
- Deze schaar knipt niet goed.
- Deze scharen knippen niet goed.
Ik heb zojuist in mijn vinger gesneden.
Ge zult er niet geraken.
- Moet ik mijn haar kappen?
- Moet ik mijn haar knippen?
- Zou ik mijn haar moeten knippen?
- Zou ik mijn haar moeten kappen?
Tom nam een binnenweg.
Tom levert geen half werk.
Deze boom moet worden gesnoeid.
De remmen van de auto waren doorgesneden.
Mijn moeder sneed de taart.
Knippen, wassen en drogen alstublieft.
Ze had haar haar kort geknipt.
Je moet je haar eens laten knippen.
Hij liet zijn haar kort knippen.
Ik heb mij verwond aan een mes.
Hoeveel heb je gesneden?
Ik heb gisteren mijn haar laten knippen.
We hakken bomen om met een bijl.
Snij de cake met een mes.