Examples of using "Scolded" in a sentence and their dutch translations:
- Tom heeft Maria berispt.
- Tom berispte Maria.
- Hij berispte haar.
- Hij heeft haar berispt.
- Hij daagde hem uit.
- Zij daagde hem uit.
- Hij daagde haar uit.
- Zij daagde haar uit.
- Hij berispte hem.
- Zij berispte hem.
- Hij berispte haar.
- Zij berispte haar.
Tom kreeg een reprimande omdat hij te laat was.
- Ik zal hem berispen.
- Ik ga hem op zijn sodemieter geven.
- Het schijnt dat hij hard berispt was.
- Het ziet ernaar uit dat hij hard berispt was.
Ik zag hem door zijn moeder worden uitgekafferd.
Hij vermaande zijn zoon om zijn luiheid.
Ze gaf hem een standje omdat hij de deur had opengelaten.
Om de waarheid te zeggen, mijn moeder heeft mij berispt.
Niet alleen zij maar ook ik kreeg een uitbrander van de leraar.
In de jaren 1950 noemden Canadese moeders hun kinderen met de volledige naam als ze hen een standje gaven.