Examples of using "Son's" in a sentence and their dutch translations:
Hoe heet uw zoon?
De naam van hun zoon is John.
Tom is de vriend van mijn zoon.
Deze cd is van mijn zoon.
Deze cd is van mijn zoon.
Ik zal de schulden van mijn zoon niet betalen.
Mijn zoon zijn badeend is geel.
De dood van haar zoon brak Mary's hart.
Deze cd is van mijn zoon.
Ze wond zich op over de veiligheid van haar zoon.
Hij is beschaamd over het gedrag van zijn zoon.
Ik ben beschaamd over de luiheid van mijn zoon.
Tom heeft het moeilijk om de zelfmoord van zijn zoon te verwerken.
Hij was weduwnaar, maar een jaar na de bruiloft van zijn zoon hield hij het niet meer uit en trouwde zelf ook.
Het lievelingseten van mijn zoon is wafels met esdoornsiroop. Elke ochtend zegt hij dat ik dat moet maken, maar soms moet ik wel nee zeggen.