Examples of using "Torch" in a sentence and their dutch translations:
Tom droeg een fakkel.
Deze fakkel wordt alsmaar zwakker.
Hieruit kunnen we een fakkel maken.
- Heb je een zaklamp nodig?
- Hebben jullie een zaklamp nodig?
- Hebt u een zaklamp nodig?
- Heeft u een zaklantaarn nodig?
- Heb je een zaklantaarn nodig?
- Hebben jullie een zaklantaarn nodig?
Deze zaklamp heeft twee batterijen nodig.
en de fakkel overnam na Dreyfus' vertrek.
Ik moet voorzichtig zijn met deze fakkel. Dat kon wel eens buskruit zijn.
Ik moet voorzichtig zijn met deze fakkel. Dat zou wel eens buskruit kunnen zijn.
Welke fakkel denk je dat de beste lichtbron is?
Oké, laten we 't proberen. We leggen onze fakkel neer.
Ga op de zolder een zaklantaarn zoeken.
Het wordt hier moeilijker ademhalen. De fakkel brandt ook lang niet zo helder meer.
Dit zou wel eens kunnen werken als fakkel. We binden het erop met wat parachutekoord.