Translation of "Wouldn't" in Dutch

Ze zou het niet accepteren.

Je bent niet bekwaam.

Het zou ons niets uitmaken.

Ik zou er niet om geven.

Tom zou niet huilen.

Hij zou geen vlieg kwaad doen.

Ik zou niets uitsluiten.

Dat zou me niet verbazen.

De deur kon niet dicht.

Ik zou het niet aanraden.

- Ik zou ze niet verwijten.
- Ik zou ze de schuld niet geven.

Ik zou je niet de schuld geven.

Ik zou het niet doen.

Je zou ze niet leuk vinden.

Dat zou niet goed zijn.

Zou dat niet irreëel zijn?

Dat zou ik niet doen.

Tom zou dat niet begrijpen.

Tom wilde mij niet geloven.

Tom liet niemand hem helpen.

Hij zei dat hij niet zou dansen.

Ik zou niet willen dat alle mensen doen zoals ik.

Zou dat niet te gek zijn?"

- Ik dacht dat je niet ging komen.
- Ik dacht toch dan je niet ging komen.

Ik ging niet zover.

Ik zou niet adviseren dat te doen.

Tom zou deze film niet leuk vinden.

Dat zou ik niet aanraden.

Ik zou die weddenschap niet aannemen.

Mijn moeder hield maar niet op met huilen.

Tom wilde zijn fout niet toegeven.

Ik zou niets uitsluiten.

Ik zou er niet te veel van verwachten als ik jou was.

- Ik zou het niet gedaan hebben.
- Ik zou dat niet hebben gedaan.

Dat zal zeker niet gebeuren.

Ik zou niets uitsluiten.

Ik zou het niet uitsluiten.

Zou dat niet zonde zijn?

Ik dacht dat hij niet zou komen.

Waarom zouden we dat niet doen?

Ik wist dat je niet ging komen.

Tom zou dat niet graag doen.

Dat doen zou niet gepast zijn.

Dat zou ik niet uitsluiten.

Tom zei dat mijn plan niet zou werken.

Tom wilde me niet zijn fiets laten lenen.

Ik dacht dat het vandaag niet zou regenen.

Zij wilden mij niet toestaan dat te doen.

Ik wist dat Tom Maria niet zou helpen.

Tom dacht dat Maria hem niet zou helpen.

Ik weet dat Tom Maria niet zou slaan.

Ik zou daar niet zo zeker van zijn.

Het paard stopte en weigerde verder te gaan.

Ik wist dat het niet leuk zou worden.

Ik zou daar niet willen wonen.

Ik zou niet zeggen dat het onbelangrijk was.

Dat zou ironisch zijn, nietwaar?

Dat zou leuk zijn, hè?

Ik zou mij daar geen zorgen over gemaakt hebben.

Dat zou je wel willen, hè?

- Tom zou het Maria niet laten houden.
- Tom wilde het niet aan Maria nalaten.

Ze zou niet gelukkig zijn met hem.

- Ik ben zeker dat Tom het niet leuk zou vinden.
- Ik denk wel dat het Tom niet zou bevallen.

- Ik zei je toch dat het niet zou lukken.
- Ik heb je gezegd dat het niet zou werken.

Tom zou dat niet willen doen.

Mary zei dat ze Tom niet zou helpen.

Ik weet zeker dat Tom zich niet beledigd zou voelen.

Tom vond het niet erg prettig in Australië.

- Doe dat alsjeblieft niet.
- Doet u dat alstublieft niet.

Tom liet het niet toe dat Maria hem kuste.

- Ik wist dat Tom niks anders zou zeggen.
- Ik wist dat Tom niets anders zou zeggen.

Ik wist dat Tom dat liedje niet zou zingen.

Ze vertelden ons dat ze dat niet zouden doen.

Ik weet dat Tom dat niet gedaan zou hebben.

Tom hoopte dat de oorlog niet lang zou duren.

Ze zweerden dat ze dat nooit zouden doen.

- Ik zou niet in een ziekenhuis willen werken.
- Ik zou niet graag in een ziekenhuis werken.

zouden we het nergens anders over hebben.

Ze haastte zich zodat ze niet te laat zou zijn.

Een Japanner zou zoiets niet doen.

Ik zou daar niet zo zeker van zijn.

Heeft u geen zin in een beetje thee?

Ik zou op dit moment wel een biertje lusten.

Zonder zon zou leven niet mogelijk zijn.